Hoe gewoner je mensen met psychiatrische stoornissen tegemoet, treedt hoe normaler zij blijken te zijn.
Na tien jaar werkervaring in de 7x24 uurs acute GGz-dienst en in de zorg voor cliënten met chronische psychiatrische problemen, heb ik helder wat ik wil uitdragen inzake begeleiding van deze cliënten. Twee belangrijke invalshoeken zijn: neem de diverse oorzaken van psychische stoornissen serieus én ga met cliënten, naasten en belangenbehartigers in gesprek. Niet om het beter te weten, maar om samen te leren.
Van wetenschap en van verhalen hou ik. Daar past een anekdote bij. Mijn grootvader was kleermaker met z’n atelier op het terrein van een psychiatrisch ziekenhuis. Als kind ging ik mee naar de kleermakerij. Ik verbaasde me zeer over de laatdunkendheid van klasgenootjes over de mensen die ik zou treffen. Wie besteedde daar nou z’n vrije woensdagmiddag aan?
Ik trof mijn opa in kleermakerszit op een grote tafel in een zaal waar zo’n 15 mannen met hem meewerkten. Sommigen hadden fysieke beperkingen dat zag ik wel. Maar dit waren niet de gevaarlijke gekken zoals mijn klasgenoten hadden voorspeld. Later begreep ik dat de mannen chronisch opgenomen waren in verband met allerlei psychiatrische problemen en en/of een verstandelijke beperking. Een activiteitencentrum avant la lettre.
Wat opviel was dat het een groep vriendelijke mensen was. Ze vonden het leuk dat de kleinzoon van de kleermaker langskwam. Deze ervaring strookte niet met de reacties van mijn klasgenoten. Ik vond het een heel gewone werkplaats met mensen die aardig deden.
De discrepantie tussen de oordelen van veel mensen over - en mijn eigen ervaringen met mensen met psychiatrische problemen heeft mij altijd geïnspireerd om te zoeken naar manieren om met deze groep mensen te werken op een manier die hen recht doet en inspireert mij om kennis en inzicht over te dragen in mijn cursussen en trainingen.
Mijn uitgangspunt is dat hoe gewoner je mensen met psychische stoornissen tegemoet treedt hoe normaler zij blijken. Laatdunkendheid, en ook overbezorgdheid en onzekerheid, leidt tot onnodige afstand tussen hulpverlener en cliënt. Je doet een cliënt recht als je zowel de capaciteiten ziet en de reële kwetsbaarheden (en gekkigheden).